Bramenjam

Het is een geweldig bramenjaar. Ik heb een braamstruik in de tuin, maar vlak bij mijn huis, in het bos staan er nog veel meer. Ik pluk graag bramen. Vroeger met mijn kinderen, maar ik doe het nog steeds. Het is heel meditatief.

Als ik genoeg heb geplukt, maak ik er jam van. Jam koken is een heerlijk eenvoudige bezigheid. Ik ben een zoetekauw, dus gek op een boterham met jam. Een potje zelfgemaakte jam is bovendien heel fijn om weg te geven.

Eigenlijk lijkt bramen plukken en jam koken erg op de levensfase waarin ik nu ben. Het is een mooie nazomer. De winter is nog ver weg en het is nog geen herfst. Dat stemt soms melancholiek omdat de tijd van groeien en bloeien voorbij lijkt. Maar tegelijk hangt er een rijke oogst aan de struiken.

Ik oogst mijn ervaring en kook er jam van die ik met anderen deel in mijn seksgesprekken. De oogst is overvloedig en de jam is heerlijk. Door mijn werk geniet ik daar niet alleen zelf van.